‘Telkens weer slaat wat er vroeger was
Weer als ‘n vlam omhoog uit de oude as’
Dat zong Willeke Alberti op woensdag 22 februari in De Brink. Ik was er niet bij, maar ik neem zonder meer aan dat ze dat lied heeft gezongen, ‘Telkens Weer’, het lied dat door de jaren heen haar lijflied is geworden. En hoe toepasselijk was het, want het was die dag Aswoensdag. Dat zal Willeke niet geweten hebben en ook de meeste bezoekers van De Brink zullen daar niet aan hebben gedacht. Maar het is mooi dat die as zo toch even ter sprake kwam… De as van het smeulende liefdesvuur… De as waarmee in de kerk het askruisje wordt uitgereikt is die fase voorbij. Het smeult niet meer. Er slaat geen vlam meer uit omhoog. Nee, op deze as mag iets groeien dat helemaal nieuw is. Wij zijn kwetsbaar en vergankelijk als as, maar zoals as een vruchtbare bodem is voor nieuw leven, zo zijn wij dat ook. De dood is niet het einde. Ook voor ons is er nieuw leven. Jezus heeft dat laten zien. Zijn weg voerde door de dood heen. Die weg liep via Jeruzalem. De mensen zwaaiden met palmtakken toen Jezus op een ezel Jeruzalem binnentrok. Op Palmzondag wordt dat verhaal verteld en worden er gewijde palmtakjes uitgedeeld. De palmtakjes die niet worden meegenomen, die worden een klein jaar later verbrand en vormen zo de as, waarmee we op Aswoensdag volgend jaar weer een nieuw begin mogen maken. In de veertigdagentijd mogen we onze opgekropte spanning, onze angst, afleggen. We mogen groeien in liefde, in vertrouwen. We krijgen nog het dieptepunt van Goede Vrijdag, als een koude winter die daarna de lente des te heftiger doet ontluiken… En dan is het Pasen. Jezus wordt opgewekt uit de dood en laat zo aan ons zien dat nieuw leven mogelijk is. Nieuw leven, dat gegroeid is op oude as.