In Brabant en Limburg kijkt men er al een jaar naar uit, naar het carnaval. En hoe is dat bij ons?
Zijn er nog ex-prinsen of -raadsleden die op deze dwaze dagen iets bedenken om mensen te verrassen? Of is dat nu definitief voorbij… Carnaval zit niet in ons DNA. Wat voor de zuiderlingen carnaval is, is voor ons de kermis. Hier in Noord-Holland heeft ieder dorp zijn eigen feestweekend. Toch kennen we Dikke Dinsdag wel. Mijn moeder bakte vroeger altijd oliebollen op die dag. Misschien was het zo dat je, daags voor het begin van de vasten, beter ook alvast maar geen vlees kon eten… Want na Dikke Dinsdag kwam Aswoensdag. Dan begon de veertigdagentijd. Eigenlijk was er van versobering toen ik jong was al geen sprake meer. De nadruk werd gelegd op het delen van je overvloed. Iets geven voor ontwikkelingshulp, dat raakte in die tijd in zwang. Nog steeds kennen we voor dat doel de vastenactie. En hoewel het carnaval uit onze streken zo goed als verdwenen is, houden we hier in de kerk Aswoensdag in ere. Die dag markeert voor velen, en inmiddels ook voor mij, het begin van een tijd van inkeer. De viering is sober en realistisch. We krijgen te horen dat we stof zijn en tot stof zullen wederkeren. En om die waarheid te illustreren, wordt ons een askruisje op het voorhoofd gedrukt. Ja, we zijn sterfelijk. De dingen waar wij ons nu druk over maken, zijn binnenkort vergeten of niet meer belangrijk. Maar we zijn niet alleen maar stof. Er zit ook geest in ons. Nog wel. En daardoor zijn we tot veel in staat. In de tijd die ons gegeven is, kunnen we dat laten zien, bijvoorbeeld door te delen van onze overvloed of door regelmatig bij iemand op bezoek te gaan die wat meer aandacht nodig heeft. Maar we kunnen ook proberen onszelf op één of andere manier te beheersen. En dan komt het vasten weer in beeld. Minder eten, geen alcohol drinken, geen nieuwe kleren kopen… Het kan op allerlei manieren. Regelmatig bidden kan daar ook bij horen. Sterker nog, dat is eigenlijk de rode draad waardoor je kunt toeleven naar het einde van de veertigdagentijd, naar Pasen. Zo heeft de tijd die op Aswoensdag begint, geen willekeurig begin en ook geen willekeurig einde. Op Witte Donderdag en Goede Vrijdag gedenken we de laatste dagen van het leven van Jezus en daarna, met Pasen, gedenken we zijn opstanding uit de dood. Daarmee is de veertigdagentijd voorbij. Nu de druk van de ketel is en we weer heel veel mogen, zal het moeilijk zijn om meteen weer te versoberen, moeilijker dan in andere jaren, maar laten we daar op Aswoensdag toch maar een begin mee maken. U bent komende woensdag, 2 maart, welkom in de kerk om 19.00 uur.