Ik zal een jaar of tien geweest zijn toen ik op de radio een interview hoorde met Jan van Beveren, de toenmalige keeper van PSV. Hij vond dat de doelen breder moesten zijn, zodat er meer gescoord kon worden en wedstrijden spannender zouden worden. Op dat moment drong plotseling tot mij door dat regels willekeurig zijn. We zijn eraan gewend en iedereen die wil meedoen houdt zich eraan, maar ze hadden net zo goed anders kunnen zijn. Als je regels wilt veranderen, dan kun je dat niet in je eentje doen. Als Jan van Beveren zelf aan de gang zou zijn gegaan om de doelpalen in het Philips Stadion wat verder uit elkaar te zetten, zou de hele voetbalwereld over hem heen gevallen zijn. Dat heeft hij dan ook niet gedaan. De doelen op de voetbalvelden zijn overal ter wereld even breed, in elk geval bij clubs die aan een serieuze competitie mee willen doen. En ze zijn nog net zo breed als vijftig jaar geleden, ook al sneed het argument van Jan van Beveren zeker hout. Maar een regel verander je niet makkelijk. Zelfs vernieuwingen die door grote groepen gewenst worden, leveren felle discussies op en veel weerstand. En er zal altijd een groep zijn die weigert mee te veranderen. Zo gaat het overal en zeker ook in de kerk. Hier ligt alles nog gevoeliger, omdat veel regels worden beschouwd als heilig, als min of meer rechtstreeks afkomstig van God. Als je aan die regels gaat tornen, welk beeld roep je dan op bij al die mensen die zich hun leven lang aan die regels gehouden hebben. Zeg je dan tegen ze: die regel was achteraf toch niet heilig, dus we hebben hem maar afgeschaft. Dan vallen die mensen in een diep gat, dan wordt de kerk voor hen onbetrouwbaar. Dat is in de jaren zestig gebeurd, toen sommige kerkelijke regels versoepeld werden. Heel veel mensen voelden zich toen door de kerk belazerd. Ze waren teleurgesteld en verlieten de kerk of accepteerden de veranderingen maar gedeeltelijk en dan nog met heel veel moeite. Er waren ook mensen die blij en opgelucht adem haalden en de vernieuwingen toejuichten. Voor hen gingen de veranderingen vaak niet snel genoeg. “Hadden we dat allemaal maar niet gedaan”, zuchtte paus Benedictus. Hij had het liefst veel hervormingen teruggedraaid, maar aanvaardde toch de meeste veranderingen en dacht erover door. Zijn opvolger, paus Franciscus, kijkt liever vooruit dan achterom, waarbij hij veel begrip heeft voor de manier waarop mensen bepaalde regels ervaren en de gevolgen die zij daarvan ondervinden. Maar tot grote veranderingen leidt dat niet. En als ik zelf paus zou zijn, zou ik me ook nog wel een paar keer bedenken voordat ik iets zou veranderen. Want wat roep je over jezelf en over de kerk af… Nee, het is niet vruchtbaar om continu over de regels te mekkeren. Dat begreep Jan van Beveren ook al. Je kunt beter gewoon blijven meevoetballen en de regels aanvaarden zoals ze zijn, want meestal zijn die regels zo slecht nog niet, en we zijn er in elk geval aan gewend.