Drie weken geleden vond de manifestatie ‘houd de kerken open’ in Haarlem plaats. Als het actiecomité voor het afgelopen weekend had gekozen, dan was ‘houd je lamp brandende’ ook een goed thema geweest. Dat zou dan kunnen slaan op de kinderen die met hun lampionnen naar buiten gingen om Sint Maarten te zingen en ook op het evangelie van de zondag. Hierin gaf Jezus het voorbeeld van meisjes die hun lampen brandend moesten houden in afwachting van de bruidegom die op komst was. Met z’n allen Sint Maarten zingen bij de bisschop, het zou een mooie stunt geweest zijn. Maar hoe dan ook: de lampen brandende houden, dat moeten we zelf doen. We… nee, ik bedoel natuurlijk jullie, want ik zie geen licht. Als er iets is met de verlichting van de kerk, vraag het niet aan mij, want ik heb het niet gezien. Het licht van het geloof, daar mag het wel over gaan en daar gaat het natuurlijk om als Jezus ons oproept onze lamp brandend te houden.
Zaterdagmiddag waren er ruim zeventig kinderen met lampionnetjes in de kerk. Tegen het einde van de viering gingen de lichten uit en de lampionnen aan… Zoveel lichtjes… Dat belooft nog heel wat voor de toekomst. ‘Houd de kerken open’ klinkt bijna hetzelfde als ‘houd je lamp brandende’, maar er is één verschil: bij ‘houd de kerken open’ gaat het vooral om de gebouwen, bij ‘houd je lamp brandende’ gaat het vooral om het licht van het geloof. Laten we dat hier met elkaar brandend proberen te houden. Dan kan de kerk open blijven met het doel waarvoor de kerk ooit gebouwd is: het doorgeven van het katholieke geloof aan de volgende generaties.