Een boek waarover we het niet vaak hebben, maar dat onontbeerlijk is, zeker voor priesters, is het altaarmissaal. Het bevat zo’n 1200 bladzijden. Van pastor Álvaro kreeg ik toen ik priester werd de digitale versie ervan en sindsdien print ik voor mezelf in braille voor elke mis de teksten uit die ik nodig heb. Ik had verwacht dat het een dor en droog boek was, maar het tegendeel is waar. Telkens als ik achter mijn computer teksten aan het opzoeken ben, kom ik van alles tegen waarvan ik denk: prachtig! Vaak zijn er voor de gebeden diverse keuzemogelijkheden. Dan is het moeilijk kiezen. Alsof ik iedere keer een groot aantal voorjaarsbloemen aangereikt krijg, waarvan ik zelf een boeket mag samenstellen. Omdat je als priester meerdere keren per week de mis opdraagt, is het een boek dat je bijna elke dag wel opslaat en dat van seizoen tot seizoen en van jaar tot jaar met je meegaat. Het draagt je biddend door de tijd heen en houdt je scherp bij de zin van het geloof. Het verbindt je ook met de wereld en met de kerk der eeuwen. Nu zit het altaarmissaal nog opgeslagen in mijn computer, en beluister ik de teksten via een snelle, hakkerige computerstem, maar ik wil het eigenlijk ook openslaan als een echt boek, voor mij dan natuurlijk een brailleboek. Toch heb ik het nog niet in braille laten omzetten, omdat het zo’n enorme turf is, maar ook omdat er al jarenlang geruchten zijn dat er binnenkort een nieuwe vertaling van uitkomt. Daar wacht ik op. Maar dan wil ik het ook meteen in braille hebben, want het lezen en herlezen van de teksten wordt dan voor mij een stuk aangenamer, omdat ik het dan gewoon met mijn vingers kan doen in mijn eigen tempo. Zo wordt het altaarmissaal voor mij een levensboek, een boek van elke dag, meer nog dan de bijbel zelf.