Vorige week woensdag is de Veertigdagentijd begonnen, de tijd tussen Carnaval en Pasen. Voor veel mensen is dit een tijd van bezinning en inkeer. Ze ontzeggen zichzelf wat, of ze gaan iets goeds doen. Voor sommige mensen hoort meer bidden er ook bij.
Solidariteit, spiritualiteit en soberheid zijn kernwoorden voor deze dagen. Ze beginnen alle drie met de letter S. Zelf zou ik daar nog een vierde woord aan toe willen voegen: stilte.
Ik heb twee weken geleden, vlak voor het begin van de Veertigdagentijd, een stille retraite gedaan. Dat was een verplichting vanuit het Seminarie, maar al met al vond ik het erg mooi: vier dagen stil zijn in een retraitehuis in Thorn in Limburg. Veel bidden, veel kerkdiensten, kleine stukjes wandelen en uiteraard vroeg naar bed.
Een ander leven dan in de parochie, maar niet verkeerd. Het gaf me tijd voor bezinning. Het bidden en de kerkdiensten deden me goed. Je zit in zo’n retraitehuis wel in een bubbel, een oase van geloof, nauwelijks te vergelijken met het leven in een parochie waar de verschillen tussen mensen veel groter zijn. Daarom was ik toch blij weer thuis te zijn en het reilen en zeilen hier weer mee te maken, want dat is wat ik wil. In de komende tijd moet ik tussen de bedrijven door blijven studeren, college lopen, tentamens doen…
Of ik priester zal worden, is nog lang niet zeker. Het is de bisschop die daar uiteindelijk over beslist. Voorlopig wil ik de kansen grijpen die mij worden aangereikt om vertrouwd te raken met allerlei aspecten van het kerkelijk leven. De stille retraite was zo’n kans! Zij die geloven, haasten niet.