Van 5 tot 12 augustus verbleef ik samen met Ariejan Kuin in het klooster van de broeders van Taizé. Het ligt in Bourgondië, maar het leven is er niet bepaald Bourgondisch. De omstandigheden zijn er sober, om niet te zeggen primitief.
Gezellig is het er wel, want het zit er vrijwel het hele jaar vol jonge mensen uit allerlei landen. In die week in augustus waren dat er zo’n drieduizend. Zij kamperen er in eigen tenten of in tenten van het klooster. Het hele activiteitenprogramma is afgestemd op jongeren.
Ouderen worden in beperkte mate toegelaten. Voor hen zijn er enkele barakken met stapelbedden. ArieJan en ik kregen in zo’n barak een plaatsje. Het was- en plasgebeuren vond in een ander gebouw plaats, gelukkig niet ver van onze barak, zodat ik het al gauw zelf kon vinden.

Ik begrijp nu waarom er mensen zijn die graag een paar weken per jaar gaan kamperen: dan zijn ze de rest van het jaar weer blij met hun eigen huis: eigen tafels en stoelen, serviesgoed, glazen… in Taizé is dat er allemaal nauwelijks. Zelfs in de kerk zit je meestal op de grond of op een traptrede. Glazen zijn er al helemaal ver te zoeken, want dit klooster is niet beroemd om zijn bier of wijn. De bedoeling is dat er niet wordt gedronken. Er is een bar, maar die is per dag maar een uurtje open.

Taizé is beroemd om zijn liederen. In onze parochie heeft het koor Sing@Victor al enkele liederen van Taizé op het repertoire staan. Het zijn korte, meditatieve liederen die vaak herhaald kunnen worden. Liederen van Taizé duiken ook steeds vaker op in de bekende zondagsmisaaltjes. Vooral meerstemmig gezongen zijn deze liederen heel mooi.

Het klooster van Taizé is in 1940 gesticht door de Zwitserse protestant Roger Schütz, maar vrijwel vanaf het begin waren er ook katholieke broeders. Het is nog steeds zo dat Taizé ruimte biedt voor verschillende geloofsrichtingen. Jongeren kunnen er in de vieringen, door Bijbelintroducties en in gespreksgroepjes, met elkaar hun geloof ontdekken of verdiepen en daarbij hun eigen identiteit als katholiek of protestant behouden.

Als ouderen deden wij een deel van het programma samen met de jongeren. Dat betrof vooral de vieringen, iedere ochtend, middag en avond, vieringen met veel stilte, veel korte Bijbelteksten die voorgelezen werden in diverse talen, en uiteraard die mooie liederen. Iedere middag kon jong en oud meedoen aan de koorrepetitie. Dat heb ik me niet laten ontgaan. Verder hadden wij als ouderen eigen gespreksgroepjes en elke dag een aparte inleiding op een Bijbelgedeelte.

Taizé werkt met een jaarthema en dat is dit jaar ‘vreugde’. We kregen van één van de broeders, een Canadees die uitstekend Engels en Frans sprak, iedere dag een Bijbelintroductie over de vreugde in het evangelie van Lucas: van de vreugde die de engel aanzegt aan de herders bij de geboorte van Jezus in Bethlehem tot de vreugde over de opstanding van Jezus uit de dood. Het lijden van Jezus en ook het lijden in de wereld werd gelukkig niet gebagatelliseerd. Het waren zeer goede inleidingen waar ik veel aan heb gehad.

Ook met mijn gespreksgroep trof ik het. Er waren te weinig Nederlanders om een groep te vormen, maar voor mij hoefde dat ook niet. Ariejan koos voor een Engelstalige groep, maar mij leek het leuk om naar een Duits sprekende groep te gaan. Het eerste kwartier was dat wel even wennen, want alle andere leden van de groep hadden Duits als moedertaal en dat praat onderling toch wel wat makkelijker, maar ik voelde me al gauw thuis. Een lutherse predikant ontpopte zich als de informele leider van de groep. En toeval bestaat niet, want er waren tussen al die duizenden mensen in Taizé maar twee blinden en die kwamen uitgerekend bij elkaar in het gespreksgroepje terecht. Hij, een psycholoog uit Wenen met de mooie naam Marco Blumenreich en ik hebben het prachtig gevonden dat wij elkaar mochten ontmoeten. We hebben veel met elkaar opgetrokken, Marco en ik, maar ook met de Lutherse predikant bleek ik goed te kunnen opschieten.

Iedere groep moet ook corveediensten verrichten. De vrijwilligersjob van onze groep was het voorbereiden en het uitdelen van het ontbijt. Ik kreeg, als priester in spe, de schone taak het brood uit te delen. Daar stond ik dan elke ochtend achter een kist met stokbroodjes terwijl de mensen met hun dienblaadjes langs liepen. Ik mocht iedereen een broodje aanreiken.

Ariejan en ik hebben een mooie week gehad in Taizé. Graag zou ik er nog een keer heen gaan, maar dan liefst met een groepje jongeren uit onze regio. Het hele gebeuren maakt zeker op jongeren een diepe indruk: de sfeer, de activiteiten, de onderlinge contacten… Zelf wilde ik al naar Taizé toen ik achttien was, maar in die tijd is het er niet van gekomen. Dit jaar gelukkig alsnog!