Op vrijdagmiddag 2 november werd ik gebeld door Sis Groustra: ‘Vind je het goed als ik een aantal lichtjes neerzet op het pad naar de kerk?’ ‘Natuurlijk!’ antwoordde ik.
Dus zo gezegd, zo gedaan. Zelf heb ik er letterlijk en figuurlijk geen kijk op, maar ik kan me toch wel wat voorstellen bij lichtjes in het donker. En ik vind alles wat de sfeer verhoogt natuurlijk prima.
Zo begonnen we die avond in de juiste stemming aan de viering van Allerzielen. Het koor Sing@Victor werkte daar ook aan mee. Met hun vlotte, melodieuze liederen hielden ze de zwaarmoedigheid op afstand.
Zo herdachten we de overledenen van het afgelopen jaar, telkens met een foto op het scherm, een kaars die door familieleden werd aangestoken en een kort in memoriam. Maar uiteraard werd er ook voor andere overledenen gebeden en was er een kaars die voor hen werd aangestoken.
Daarna werd in de kerk het licht doorgegeven. Iedereen had daarvoor een kaarsje gekregen. Dat hadden we zo nog nooit gedaan met Allerzielen. De inspiratiebron van dit gebaar was Barry Reus. Het was een wens van hem om dat tijdens zijn avondwake zo te doen. Veel mensen vonden dit zo mooi, dat we besloten dit nu weer te doen. En ook nu was het goed.
Het licht aan elkaar doorgeven op Allerzielen, waarom zou je het niet doen. Het zegt iets over de minder negatieve kijk die we anno nu hebben op de dood.
Allerzielen was van oorsprong een dag van gebed voor de zielen in het vagevuur. Maar tegenwoordig gaan we ervan uit dat onze doden het nu al goed hebben in de hemel.
Ja, daar ga ik zelf ook van uit. De hemel, dat is voor mij het licht. Het licht waar ik nu nog geen kijk op heb, maar waarin ik dan, net als alle andere mensen, opgenomen zal zijn en dat ik dan mag ervaren net als iedereen. Stiekem kijk ik er al naar uit!