Bijna 100 worden is een zegen…
Donderdag 4 april hebben wij in de Sint Victorkerk afscheid genomen van Gert Blankendaal. Gert is 96 jaar geworden.
Bijna 100 worden, dat betekent dat hij heel veel dingen heeft zien ontstaan, zoals vliegtuigen, televisie, computer en vliegen naar de maan.
Hij werd opgevoed met geloof en kerk en hij heeft de crisisjaren en de oorlog meegemaakt. Ook heeft hij veel en hard gewerkt. Op jonge leeftijd hielp Gert al mee op de boerderij van zijn ouders. Hij ging regelmatig met zijn broers mee naar Wieringen om daar groente, fruit, kaas en eieren uit te venten. Dat ging toen nog met paard en wagen. Gert hield van paarden, hij had paardenfluisteraar kunnen zijn. Paarden waren zijn lust en zijn leven.
Hij leerde Corrie Woudenberg, een ‘stadse’ uit Rotterdam kennen bij zijn broer en schoonzus in Hensbroek, waar zij verbleef gedurende de oorlogsjaren. Kort na de oorlog trouwden zij. Gert werd tuinder en ze kregen zes zonen en een dochter. Als tuinder was hij de meeste collega’s altijd een aantal jaren voor. Hij had nét eerder vast land in plaats van losse akkers, nét eerder een tractor, nét eerder een goed georganiseerd bedrijf waar het gemakkelijker en lichter werken was. Hij was een ‘slimme bouwer’.
Voor zijn gezin was Gert een lieve, rustige, wijze echtgenoot, vader en een trotse opa. Zijn kinderen kijken met respect, eerbied en vooral met veel dankbaarheid terug op hun vader.
Ze hebben veel van hem gekregen, dat hij bijna 100 is geworden was voor hen een zegen!

Bij zijn afscheid werd Gert stijlvol in een koets met paarden naar de kerk gebracht.
Gert hield in zijn leven de teugels van de paarden strak in de hand en liet ze af en toe vieren.
Ook de teugels van zijn gezin hield hij strak in de hand maar ook die liet hij af en toe vieren.
Gert gaf zijn kinderen ruimte, leidde ze zelfverzekerd langs obstakels in het goede spoor, hij gaf ze een veilig thuis. Nu mag God de teugels van zijn leven in handen houden en hem, langs het obstakel van de dood, leiden op het goede spoor naar zijn veilig thuis.

Ria Potveer