Wat stond er hoog op het verlanglijstje van de kerkvernieuwers van de jaren zestig, en wat is daarvan terechtgekomen na vijftig jaar…
Meer betrokkenheid van de gelovigen bij de mis, dat was voor de kerkvernieuwers een must. In mijn eerste stukje over dit onderwerp, schreef ik over de zang. Priester en kerkgangers zouden in de mis een aantal dialogen kunnen zingen. Dat was een wens die nog niet in vervulling is gegaan. Nu wil ik het hebben over de lichaamshouding. Staan, zitten, knielen, buigen… Door op bepaalde momenten tijdens de mis van lichaamshouding te veranderen, blijf je betrokken bij wat de priester doet. Met je lichaam doe je mee en als het goed is, breng je ook je geest op die manier weer bij de les.
Daarom staan we bij het voorlezen van het evangelie en het uitspreken van de geloofsbelijdenis. Bij de consecratie knielen we uit eerbied. Zitten is een luisterhouding. Dat kan tijdens de preek. Maar bidden is alweer iets actievers. Daarom is het goed tijdens het openings- en het slotgebed te gaan staan. En als de priester zegt: ‘Verheft uw hart…’. Ja, dan is het moeilijk om alleen maar je hart te verheffen, dus dan kunnen we beter maar helemaal opstaan.
In Langedijk was er een jaar of tien geleden een priester die de kerkgangers in de ouderenviering op woensdagochtend ertoe aanzette het zitten, staan en knielen precies te gaan doen zoals de kerkvernieuwers van de jaren zestig het wensten.
Een vrouw had al gauw haar woordje klaar: ‘Meneer pastoor, dit is een kapel, geen gymclub’.
Daar had de pastoor niet van terug. En toch, je zal maar,tijdens een concert bijvoorbeeld, een uur achter elkaar op zo’n harde kerkbank moeten zitten! Zelfs als je in het middenschip op één van de voorste banken zit, waar nu kussens op liggen, weet je op een gegeven moment niet meer waar je het zoeken moet.
Dat overkomt je niet tijdens de mis. Daar word je regelmatig uitgenodigd te gaan staan en te gaan knielen. Zo blijf je niet alleen betrokken bij alles wat er op het Priesterkoor gebeurt, je voorkomt daarmee ook dat je een ‘houten kont’ krijgt.