Het boek dat ik momenteel aan het lezen ben heet: ‘Als God renoveert!’ Het is geschreven door de pastoor van een bloeiende parochie in Canada. Het eerste wat hij deed toen hij zo’n tien jaar geleden in die parochie kwam, was het wegjagen van de kaartclubjes uit de parochiezaal. Daar was de parochiezaal niet voor bestemd, vond hij. Die was bedoeld voor geloofscursussen. Hij ging aan de slag en er zijn nu al zo’n tweeduizend mensen die bij hem een geloofscursus hebben gevolgd. Kom daar maar eens om in Obdam! Nu hebben wij in de pastorie geen kaartclubjes, dus ik hoef ze niet weg te jagen, maar wel hebben we daar pas een klaverjasavond en een keezavond georganiseerd en als klap op de vuurpijl is er op 20 maart een bierproefavond. Midden in de vastentijd. Het is allemaal voor het goede doel, het behoud van ons kerkgebouw, maar de Canadese pastoor zou het ongetwijfeld hoofdschuddend hebben aangezien! Gelukkig gebeurt er meer in onze pastorie; de Eerste Communicanten zijn al begonnen met hun voorbereiding op hun grote dag, 19 april. Ook de Vormelingen komen hier binnenkort bij elkaar. Geloofscursussen doen we nog niet. En toch zijn er misschien wel mensen die graag (opnieuw) kennis willen maken met het geloof van onze kerk. Want het is waar: de kerk is niet opgericht met het oog op een bierproeverijtje, maar met het oog op een proeverij van brood en wijn op zondagochtend. Daarin en in zoveel andere tekens komt Jezus ons tegemoet. Wie op zoek is naar Jezus, naar God, naar een luisterend oor, loopt onze kerk misschien voorbij. Maar dat hoeft niet. Juist nu er minder mensen komen, is er meer tijd voor ontmoeting met God en met elkaar.