Elke donderdagochtend om 8.45 uur fietste ik naar de kerk voor de dienst in de Marcuskapel.
Een half uurtje samen bidden, zingen en luisteren naar de lezingen en de overweging.
Wat mis ik die vieringen, wat mis ik dat half uurtje van bezinning, maar vooral: wat mis ik u!
Ik mis het samen koffie drinken na afloop, even bijkletsen en geïnspireerd richting het weekend gaan.

Eens in de maand ging ik zelf voor, dan ging er natuurlijk een periode van voorbereiding aan vooraf. Soms worstelde ik met de teksten en vond ik het lastig om een overweging te maken. En soms typte ik zomaar achter elkaar een heel verhaal waar ik meteen tevreden over was.
Zo heb ik eens verteld over mijn oom in Amerika, hij woonde in een prachtig park met villa’s voor gepensioneerden. Een hek met beveiliging eromheen, helemaal voorzien van alles dat een mens nodig kan hebben: sportfaciliteiten, bibliotheek, winkels, medische dienst en restaurants. Hij voelde zich daar veilig, kende iedereen, en er konden geen onbevoegden binnenkomen.
Hij ging niet meer naar de kerk, dat vond hij gevaarlijk. Hij moest daarvoor het park af, en kwam in contact met mensen die hij misschien niet kende. Het ergst vond hij de vredeswens. Mensen de hand schudden was vragen om problemen.. Je weet nooit wat ze bij zich dragen en hoe ziek je daarvan kunt worden.

In mijn overweging zei ik dat het toch prachtig zou zijn als het ‘vrede wensen’ besmettelijk zou zijn! Laten we het doen! Geef elkaar een hand, en een zoen erbij!
Tja… moet ik mijn oom nu toch nog gelijk geven? Wat raar dat júist dat menselijk contact zo gevaarlijk is gebleken. Dat juist die hand, die zoen vreselijke gevolgen kan hebben…

Ik kan nu alleen maar hopen, bidden dat er weer een tijd komt dat we naar de kerk gaan, dat we elkaar een hand geven, een schouderklop, een knuffel.
Tot die tijd: blijf veilig, lieve mensen, bid mee, hou afstand en hou vol.

Lieve groet, Hanneke Ocheda-Stoetzer