Laatst vroeg iemand aan mij of het voor mij anders was, nu ik geen pastoraal werker meer ben, maar priester. Ik hoefde niet lang na te denken over het antwoord. Want het voelt heel anders. Terwijl ik dat aan het uitleggen was, schoot mij een herinnering te binnen van meer dan dertig jaar geleden. Het was augustus 1989 en ik deed mee met een wandelbedevaart van Krakau naar Czestochowa. De groep waarbij ik hoorde droeg een metershoog kruis met zich mee, het Aachener Friedenskreuz. Dit houten kruis was in Aken gemaakt door Duitse krijgsgevangenen na de Tweede Wereldoorlog. Zij wilden hun schuld bekennen en om vergeving vragen en wisten toen niets beters te doen dan dit grote kruis te vervaardigen met de boodschap dat dit kruis overal moest worden rondgedragen waar oorlog of oorlogsdreiging was. Het Aachener Friedenskreuz moest een oproep worden tot verzoening en vrede. Het rommelde in Polen in augustus 1989 en zodoende waren wij daar met dat kruis, dat door acht mensen gedragen moest worden, maar de leiders van de groep vonden dat ik het kruis niet mee kon dragen. Dat zou voor mij te gevaarlijk zijn. Het was een zesdaagse voettocht en op de eerste dag ging er één van de kruisdragers door zijn rug. De tweede dag verstuikte een ander zijn voet. Toen vond men het toch nodig om mij in te schakelen en vanaf die dag droeg ik het kruis mee. Ik voelde me trots en dankbaar dat ik dat doen mocht. Vanuit Czestochowa gingen we met het Aachener Friedenskreuz naar Berlijn. Daar droegen we het door de, toen nog in tweeën gedeelde, stad. Drie maanden later viel de muur…
Nu ik priester ben, voel ik me, meer dan toen ik pastoraal werker was, uitgenodigd om het Kruis van Christus mee te dragen. Ik ben blij dat er op mij een beroep wordt gedaan om dat te doen, maar soms voel ik me tegenwoordig wel een reizende missionaris, iemand die in bijna heel West-Friesland de Blijde Boodschap moet verkondigen. Maar gelukkig kom ik iedere avond weer terug in Obdam. Ik ben dankbaar voor de vele vrijwilligers die mij hier met grote inzet helpen en hoop dat de pastorie hier in Obdam nog lang mijn thuisbasis mag zijn.